De Bergparkiet
De verspreiding van de bergparkiet Zuidoost- en Zuidwest-Australië.
Van het mannetje is de kop en nek olijfachtiggeel het lichaam heldergeel en de rug olijfkleurig geelgroen de staart blauwzwart en de snavel rood.
Het vrouwtje is meer groenachtig van tint dan het mannetje vooral aan kop, hals en borst.
De staart is van boven donkergroen, van onder zwart en rose gezoomd behalve de twee middelveren.
Voor de grootte van de bergparkiet kunt u ongeveer 37 tot 42 centimeter aanhouden.
De jongen lijken zeer veel op de vrouwtjes.
De eerste gele veren verschijnen bij de jonge mannetjes wanneer ze ongeveer zeven maanden oud zijn.
Pas op de leeftijd van 15 tot 18 maanden zijn ze volkomen uitgekleurd.
De ringmaat voor de bergparkieten zijn 6,5 mm. of 7 mm.
Voor broedblok moet de diameter 35 cm en 60 cm hoog met een invlieggat van een doorsnee van 7 à 8 cm. deze mag ook groter zijn.

Het Kweken
Het vrouwtje legt ongeveer 3 tot 6 eitjes en bebroedt deze gedurende ongeveer 21 dagen.
Ze komt dan helemaal niet of erg weinig van het nest af, het mannetje voedert haar in die periode.
Als de jongen zijn uitgekomen, worden ze zowel door het mannetje als het vrouwtje gevoerd.

Tijdens deze periode kunt u de vogels naast hun normale voeding ook meerdere keren per dag wat eiervoer voorzetten, dat ze graag aan hun jongen zullen voeren.
De jongen zullen met ongeveer 5 weken uitvliegen, en zijn kweekrijp vanaf zo'n twee jaar

De Voeding
We geven de bergparkieten een zaadmengsel voor grote parkieten.
Ze lusten ook graag fruit en eivoer, gekiemde zaden en een kleine hoeveelheid insecten worden erg lekker gevonden.
Uiteraard horen de vogels altijd naar behoefte maagkiezel en grit op te kunnen nemen.
Af en toe een verse wilgentak of een onbespoten fruitboomtak doet hun knaagbehoefte goed.










© COPYRIGHT parkieten-online.nl